Over cijfers moet duidelijkheid bestaan. Spieringshoek neemt daarom de overgangsnormen en de landelijk vastgestelde examennormen op in de schoolgids.
Daarnaast hanteren wij de volgende uitgangspunten:
- Ouders krijgen inzicht in de cijfers van hun zoon of dochter via de website en een inlogcode, met inachtneming van de bepalingen van de AVG.
- Het schooljaar is in drie trimesters verdeeld (zie het jaarrooster).
- We hanteren het hele schooljaar het systeem van het voortschrijdend gemiddelde.
- De rapporten bestaan uit cijfers die afgerond zijn op een decimaal; Het eindrapport van de bovenbouwklassen wordt afgerond op een heel cijfer.
- Een cijfer 5 op het eindrapport levert 1 tekortpunt op, een vier 2 tekortpunten, etc.
- Er mag geen 0,0 (nog in te halen toets of opdracht) op het cijferoverzicht van de leerling staan;
- Over rapportcijfers bij de overgang wordt niet met ouders gecommuniceerd, voordat de overgangsvergadering van docenten heeft plaatsgevonden.
- Uitgangspunt bij de overgang vormen de zogenaamde overgangsnormen. De overgangsnorm geeft een drempel weer. Door deze norm te halen, toont de leerling aan dat hij over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om het volgend schooljaar goed verder te kunnen met het onderwijsprogramma. Deze leerling wordt dan automatisch bevorderd naar het volgend leerjaar. Indien de leerling de overgangsnorm haalt, maar een andere leerweg wil volgen, is hiervoor toestemming nodig van de afdelingsleider.
- Als een leerling de overgangsnorm niet haalt, dan beslist de overgangsvergadering welke leerweg de leerling het volgend schooljaar mag bewandelen. In deze beslissing (bindend studie-advies) worden alle beschikbare gegevens over de leerling meegewogen. Het is belangrijk dat via de mentor bijzondere omstandigheden die in het leven van de leerling spelen of gespeeld hebben, die de leervoortgang ernstig belemmeren of belemmerd hebben, aan de afdelingsleider bekendgemaakt worden. Deze kunnen dan worden meegewogen in de overgangsvergadering.
- Als de leerling buiten de norm om bevorderd wordt, bepaalt de overgangsvergadering onder welke voorwaarden dat geschiedt.
- Een schooljaar doubleren mag dus alleen indien de overgangsvergadering dat toestaat.
- Het is op onze school niet toegestaan eenzelfde leerjaar gedurende meer dan twee schooljaren te volgen (dubbel doubleren). Ook staat de school niet toe dat een leerling het onderwijs in twee opeenvolgende leerjaren meer dan drie schooljaren volgt. Deze regeling geldt ook wanneer een leerling op een andere school reeds doubleerde.
- Afgewezen examenkandidaten mogen het examenjaar over doen, tenzij de docentenvergadering anders beslist.
- In gevallen waarin deze overgangsbepalingen niet voorzien of tot ongewenste effecten leiden, beslist de rector-bestuurder.
Overgangsnorm onderbouw (klas 1 t/m 3)
Een leerling wordt naar het volgende schooljaar binnen hetzelfde niveau bevorderd indien hij:
- gemiddeld voor alle vakken 6,0 of hoger staat;
- maximaal 3,0 punten tekort heeft, waarvan niet meer dan 1,5 punten tekort bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde;
- In maximaal 3 vakken onder een 5,5 heeft gescoord.
Aanvullende specifieke groepen
- een leerling op het gymnasium dient voor minimaal één van de klassieke talen een 6,0 te hebben gehaald;
- voor leerlingen in het derde leerjaar gelden t.a.v. hun profiel- en vakkeuze de volgende minimale eisen:
a. zij mogen op hun eindlijst in maximaal één vak in het profiel minimaal tussen de 5,0 en 6,0 staan;
b. kiezen zij een NT-profiel, dan moeten zij voor wiskunde en scheikunde op hun eindrapport elke minimaal een 6,5 staan;
c. kiezen zij een NG-profiel met wiskunde B, dan dienen zij op hun eindrapport voor wiskunde en scheikunde een 6,5 te staan;
d. kiezen zij een NG-profiel met wiskunde A, dan dienen zij op hun eindrapport voor scheikunde minimaal een 6,5 en voor wiskunde minimaal een 6,0 te staan;
e. kiezen zij een EM-profiel met wiskunde B, dan dienen zij op hun eindrapport voor wiskunde minimaal een 6,5 te staan.
Indien deze eisen tot problemen leiden, beslist de overgangsvergadering over de profielkeuze. Op 1 juni wordt de profielkeuze definitief vastgesteld. Indien er op 1 juni niet aan bovenstaande profieleisen wordt voldaan, is de leerling verplicht in overleg met de decaan een schaduwprofiel vast te stellen. Tijdens de overgangsvergadering wordt een bindend advies over de profielkeuze uitgebracht.
Overgangsnorm bovenbouw
In de bovenbouw wordt de slaag-/zakregeling als bevorderingsregeling gehanteerd.
Een leerling is bevorderd als:
- alle eindcijfers 6 of hoger zijn;
- één keer een 5 en verder alle eindcijfers 6 of hoger zijn;
- één keer een 4 en verder alle eindcijfers 6 of hoger zijn, waarbij het gemiddelde van alle eindcijfers tenminste een 6.0 bedraagt; hierbij geldt dat de 4 niet is behaald voor Nederlands, Engels of wiskunde;
- tweemaal een 5 en verder alle eindcijfers 6 of hoger zijn, waarbij het gemiddelde van alle cijfers tenminste 6.0 bedraagt, hierbij geldt dat maximaal 1x een 5 is behaald voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde;
- één keer een 4, één keer een 5 en verder alle eindcijfers 6 of hoger zijn, waarbij het gemiddelde van alle eindcijfers tenminste 6.0 bedraagt, hierbij geldt dat de 4 niet is behaald voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde;
- voor 4 vwo en 4 havo geldt dat het gemiddelde van de tot dan toe behaalde resultaten van maatschappijleer, levensbeschouwing en CKV (alle eerst afgerond op een heel cijfer), meetelt voor de overgang;
- in de bovenbouw wordt het eindcijfer afgerond op twee decimalen. Vervolgens wordt het afgerond op hele eindcijfers;
Voor de eindexamenklassen geldt dat:
- de cijfers van maatschappijleer, levensbeschouwing, ckv (in havo 5) en het profielwerkstuk worden bij elkaar gevoegd tot een eindcijfer (cominatiecijfer). Het combinatiecijfer wordt gevormd door het gemiddelde van de afgeronde cijfers. Alle afzonderlijke onderdelen moeten minimaal met een 4 worden gewaardeerd;
- in alle gevallen moeten oriëntatie op vervolgonderwijs, levenbeschouwing, ckv (vwo 6) en lichamelijke opvoeding beoordeeld zijn met de kwalificatie voldoende of goed;
- het gemiddelde cijfer voor het Centraal Schriftelijk Examen (CSE) minimaal 5,5 moet bedragen;
- voor het CSE mag voor wiskunde, Engels en Nederlands maximaal één 5 mag staan.
Gezakt voor het eindexamen?
Als een leerling is gezakt voor het eindexamen, heeft hij of zij op de dag nadat de uitslag bekend is gemaakt een gesprek met de afdelingsleider (samen met de ouders). In dat gesprek staat de studie in het komend schooljaar centraal.
Cum laude geslaagd
Voor het vwo komt het neer op een gemiddelde van minimaal 8,0. Geen eindcijfer mag lager zijn dan een 7, ook het combinatiecijfer niet. De rekentoets mag ook meetellen voor cum laude. Voor havo moet het gemiddelde minimaal 8,0 zijn. Geen eindcijfer mag lager dan een 6 zijn, ook het combinatiecijfer niet.
Plusdocument
Dit is een document waarin de brede persoonlijke vorming van leerlingen is vastgelegd. Het maakt zichtbaar wat de leerling naast het vaste curriculum op school heeft geleerd en aan ervaringen heeft opgedaan, zoals maatschappelijke stage en cognitieve extra's, zoals het Anglia-examen. Het plusdocument is een aanvulling op de cijferlijst.